Maak de focaccia. Meng de bloem, gist, zout en 300 milliliter water in een kom en kneed een minuut of 10, tot het deeg glad is. Voeg 25 milliliter van de olijfolie toe en nog 25 milliliter water. Kneed nog een minuut of 5 door en maak een bal van het deeg. Het kan ook met een keukenmachine, dan ben je sneller klaar.
Leg de bal deeg in een ruime kom, dek die af met een theedoek, en laat het deeg een uur rijzen.
Rol het deeg uit op een bakplaat met bakpapier. Meng de rest van de olijfolie met 75 milliliter water en bestrijk het deeg met het vocht. Dit lijkt heel nat, maar geloof me, het komt goed.
Laat het deeg nog 1,5 uur rijzen op de bakplaat. Bestrooi met grof zout.
Verwarm de oven voor op de hoogste stand.
Verhit 4 eetlepels olijfolie in een koekenpan en bak de oesterzwammen en de asperges op hoog vuur kort aan. Breng op smaak met peper en zout.
Verdeel de blokjes truffelkaas over de focaccia. Druk de blokjes diep in het deeg. Beleg het deeg met de plakjes mozzarella, de oesterzwammen en de asperges. Breek de eieren op de focaccia, hou de dooiers als het lukt heel, en bestrooi ze met zout. Strooi de oregano en citroenzest over de focaccia.
Plaats de focaccia in het midden van de oven en bak 15-20 minuten.
Garneer met rucola, bestrooi met (Italiaanse) peper, en druppel er olijfolie en citroensap over.
