Rol het verse bladerdeeg op een bebloemd werkblad tot een plak die ruim in de taartvorm past. Bekleed de taartvorm met bakpapier. Leg de plak bladerdeeg erin, laat losjes over de rand hangen. Het deeg zal iets krimpen tijdens het voorbakken en zich zetten naar de taartvorm. Gebruik je kleine plakjes bladerdeeg, laat die dan eerst ontdooien. Leg ze dan op elkaar en rol ze op een bebloemd werkblad uit tot een plak die net zo ruim in de taartvorm past.
Prik het deeg met een vork in en leg er een vel bakpapier op. Bak het deeg 10 minuten. Verwijder het bakpapier met blindbakbonen, en rol met een deegroller over de rand van de taartvorm om het deeg van de rand te ‘snijden’. Bak het deeg nog 15 - 20 minuten in de oven tot het goudbruin is.
Blancheer ondertussen de tuinbonen 2 minuten in kokend water. Stort ze in een vergiet, en spoel ze af met koud water. Dubbeldop ze dan.
Snijd de venkel zo dun mogelijk, je wilt er bijna doorheen kunnen kijken - met een mandoline gaat dit het makkelijkst, gebruik anders een loeischerp mes.
Haal de taartvorm uit de oven en laat de bodem iets afkoelen. Meng de yoghurt en mosterd in een kommetje door elkaar, breng op smaak met peper en zout, en smeer de bodem ermee in. Verdeel de tuinboontjes erover, en drapeer de venkel er elegant op. Maal er nog wat peper over.